De meeste Nederlanders zijn in hun vrije tijd actief. Ze zijn lid van een #@2.4.3.dir|sportclub#, #@2.4.2.dir|muziekvereniging# of een zangkoor. Veel mensen volgen lessen of cursussen. Ze leren een vreemde taal, koken, of werken met de computer. Nederlanders besteden veel vrije tijd aan het #@2.4.1.dir|klussen# in en om hun eigen huis. In het weekeinde gaat men vaak op bezoek bij familie of vrienden. 's Avonds wordt er veel televisie gekeken. In de meeste plaatsen zijn tientallen binnen- en buitenlandse tv-zenders te ontvangen, die via kabelaansluitingen het huis binnenkomen.
Een groot deel van de bevolking gaat ÈÈn keer per jaar of vaker op #@2.4.4.dir|vakantie# naar het buitenland.
Tijdens vrije dagen trekken de Nederlanders er vaak op uit. Ze gaan naar weekendhuisjes of caravans op een camping, of ze gaan met hun zeil- of motorboot het water op. Maar ook een dagje naar de #@2.4.6.dir|dierentuin# of een #@2.4.5.dir|amusementspark# staat hoog genoteerd. En op een mooie dag trekken Nederlanders massaal naar de stranden, maken fietstochten of zijn te vinden op de talloze terrassen in de stad en aan de kust.
